Water

 


 

Water.

 

Al zijn er nóg zoveel kranen in huis,
Met ’t water is ’t echter niet helemaal pluis.

Overdag heb je ’t nodig, dan is ’t er niet:
Gezorgd dus, dat je je ’s nachts maar voorziet!

Gevuld wordt dan iedere emmer en blik,
om waternood maakt men zich niet meer zo dik.

Je kunt met je voorraad ook baden dan gaan;
maar niet te royaal hoor, heel zuinigjes aan!

Dit vriendje van Moeder staat daag’lijks op wacht:
Door hem wordt haar emmer voor ’t baden gebracht.

Lies Keulen – Zuster Josepha Cornelia