In rouw

 


 

In rouw.

 

Haast daag’lijks was ons kamp in rouw,
’n sterfgeval van kind of vrouw.

Wie peilt de nameloze smart,
van ’t diep getroffen moederhart?

De één verloor haar enigst kind,
’n ander drie, zo teer bemind.

Eén gaf haar zoontje, Pa en Moe (Klusman)
en hoe was zij er zelf aan toe?

Een priester mocht er niet in ’t kamp,
waar zocht men troost bij elke ramp?

De Zusters kregen nu tot taak,
de stervenden steeds bij te staan!

Lies Keulen – Zuster Josepha Cornelia